Skip to content

8. Het Japanse Augustus offensief

Auteur: Gerard van Haren.

8.1 Voortekenen

De Japanse legerleiding was gerapporteerd dat midden april 1942 het gehele eiland Timor gezuiverd was van de geallieerden Dat gold voor een groot deel van Nederlands Timor, maar zeker niet voor Portugees Timor. Alleen het gebied om Dilly was in Japanse handen. Het kan niet anders zijn dat de Japanse legerleiding vragen heeft gesteld over de bombardementen van Dilly en Atamboea. In juli 1942 zitten bij het grensgebied met Portugees Timor in Atapoepoe (aan de noordkust van Nederlands-Timor) ongeveer 500 Japanners, in Atamboea 500 en in Haliloelik 200. Half juli 1942 wordt door de KNIL-sectie uit Suai gemeld dat ongeveer 400 Japanners Tobaki, Boas en Besikama hebben bezet. De weg beginnend bij Atapoepoe evenwijdig aan de grens met Portugees Timor en eindigend in Besikama aan de zuidkust is nu onder controle van de Japanners. Het gebied tussen deze weg en de grens is in het zuiden en midden vanuit Tilomar, Portugees Timor, onder controle van het KNIL en in het noorden vanuit Memo onder de controle van de Australiërs. De detachement commandant van Atamboea (nu afdelingscommandant bij de grensplaats Fatoeloeli) en zijn manschappen kennen het gebied goed. De Nederlandse en, met name, de Australische observatieposten houden de Japanse bewegingen goed in de gaten. De Australische communicatie is goed geregeld. Op 21 juli worden grote hoeveelheden kisten in de haven van Dilly gelost, daarbij ook vliegtuigbommen. Japanners oefenen met honden om verscholen guerrillastrijders te ontdekken. Op 30 juli landt een belangrijke Japanner op het vliegveld van Dilly. De vlaggen hangen uit. De Australiërs gaan verder met het vernielen van wegen die naar Dilly leiden. Op 7 augustus wordt een Japans vliegtuig gespot boven Suai, Mape, Bobonaro en Atsabe. Die dag arriveren 200 tot 300 inheemsen strijders, waarschijnlijk afkomstig van het eiland Alor, in de haven van Atapoepoe en worden overgebracht naar Atamboea. Daar worden pony’s ingezameld. Op 9 augustus 1942 worden Mape en Beco op Portugees Timor door Japanse vliegtuigen gebombardeerd.

8.2 Begin van het offensief

De augustus aanvallen in de Nederlandse sector. Bron: JJ Nortier, De guerrilla in Timor

Op 10 augustus 1942 om 6:00 uur worden 3 Japanse schepen (2 transportschepen en 1 kruiser) waargenomen tussen Beco en Suai aan de zuidkust van Portugees Timor. Japanse landingen zijn aanstaande, die het terugtrekken van het KNIL zouden kunnen bemoeilijken. Mape wordt weer gebombardeerd en de verbinding met het hoofdkwartier van de Australiërs daar wordt verbroken. Ook Suai, Marobo en Bobonaro worden gebombardeerd. Japanse opmarsen vanuit Nederlands Timor worden gemeld. Een Australische sectie wordt uitgestuurd om de wegen bij Bobonaro te beveiligen en de sectie van lt. Rose onderzoekt de situatie bij Beco. De KNIL-expeditie commandant kapitein Breemouer geeft zijn afdelingscommandanten, de Jong, van Swieten en Zijlstra een bevel tot terugtrekking via Maucatar naar het oosten. Het bevel om terug te trekken heeft echter de sectiecommandant Horstink te Tahon niet bereikt. Een van de twee Japanse troepentransportschepen bij Beco worden door Australische bommenwerpers tot zinken gebracht en de gelande Japanners worden bestookt. Omstreeks die tijd trekken de Japanners vanuit Dilly en Manatuto op naar Liltai en Aileu en vanuit Atamboe op naar Memo.

8.3 De Australische verdediging

Onmiddellijk nadat de 3 Japanse schepen tussen Beco en Suai worden waargenomen worden de Australische eenheden in dat gebied in paraatheid gebracht en beginnen met verkenningen. Het openbaar telefoonsysteem, vitaal voor de Australische communicatie, raakt beschadigd, maar kan grotendeels worden hersteld. Alleen de lijn Bobonaro- Mape kan niet worden hersteld. Het hoofdkwartier in Mape wordt tijdelijk verhuisd naar het noorden tussen Bobonaro en Atsabe. Ingeschat wordt dat 400 Japanners op weg zijn naar Aileu, maar de weg is door de Australiërs grondig vernield. Bij Remexio worden om 21:00 uur Japanse eenheden gespot en de dag erna wordt deze plaats door hen bezet. Later die dag zijn er schermutselingen tussen Australiërs en Japanner bij Memo. De Japanners trekken door naar Maliana. Die nacht worden ze tussen Maliana en Marobo door de Australiërs aangevallen en splitsen zich. Een deel trekt door richting Bobonaro waar ze op 14 augustus arriveren. Daar ontstaat een gevecht met de Australische eenheden. Deze trekken terug richting Atsabe.

Japanese August Offensive Bron: L Wigmore The Japanese Thrust

500 tot 600 Japanners trekken op vanuit Remexio richting Lilitai en op 14 augustus raken zij daar in gevecht met Australische troepen. De wireless transmitters (zenders/ontvangers) W/T 101 bewijzen hun waarde. De Japanners trekken zich terug. De Japanse eenheden uit Manatuto worden in de buurt van Liltai door de daar nog aanwezige Australiërs aangevallen. De dag erna wordt Atsabe door de Japanners met mortieren en kanonnen beschoten. Op 18 augustus 1942 constateren de Australiërs dat ze vanuit Maubisse, Hatu Builico, Ainaro en Same worden omsingeld. De Australische hinderlagentactiek werkt niet meer. De Australiërs proberen in de Aituto vallei de Japanner aan te vallen, maar deze wijken uit naar Maubisse. De Australiërs zitten vastgeklemd. Ze bereiden een tegenaanval voor. De nacht breekt aan.

8.4 De KNIL-terugtocht

Op 10 augustus 1942, enkele uren nadat de Japanners de Portugees Timoreese grens zijn gepasseerd, begint om 11:00 uur de terugtrekking van het KNIL naar het zuidoostelijk gelegen Maucartar. De hierheen teruggetrokken kapitein van Swieten meldt dat de grenssteden Fatululi en Noealain in brand staan. Ook de KNIL-legerkampen Tilomar, Fohoren, Dacolo en Fatululi zijn inmiddels door de Japanners bezet. De KNIL-troepen trekken de dag erna verder naar Lolotoi, maar ook deze plaats was inmiddels bezet door de gelande Japanners. Er vinden schotenwisselingen plaats en de KNIL-militairen gaan in verschillende richtingen uiteen. Kapitein van Swieten gaat met 16 man en 5 kinderen naar Bobonaro en wordt daar op 13 augustus 1942 krijgsgevangen gemaakt. Enkelen gaan terug naar Maucatar. Uitrustingen en de radio gaan verloren. De sectie van de sergeanten Boomsma/van Harmelen en sergeant-majoor Homeijer worden in de val gelokt en door inheemsen, waarschijnlijk Alornezen, en leden van de secties worden vermoord en verwond. 

Terugtrek route Augustus Offensief. Bron: Paul de Vrijer

Bij Maucatar wordt weer verzameld en s’ avonds doorgemarcheerd om met 40 man via Bobonaro en Mape naar Same te gaan. Maar Bobonaro en Mape zijn al door de Japanners bezet. Besloten wordt richting Atsabe te gaan, waar zich Australiërs zouden bevinden. Marobo wordt brandend gepasseerd en een grote colonne Japanners wordt waargenomen richting Cailaco. Atsabe wordt vermeden en er wordt doorgetrokken naar Ainaro. Op 19 augustus wordt het gebombardeerde Same bereikt en daar geeft Spence Breemouer opdracht om via Alas door te trekken naar Viqueque, gelegen ver oostelijk aan de zuidkust. Daar moet de weg Viqueque via Ossu naar Baucau, aan de noordkust, beveiligd worden.

8.5 Het einde van het offensief

In de nacht van 18 op 19 augustus 1942 wordt de hemel groen verlicht door een afgeschoten raket in de buurt van Maubisse en Same. In de ochtend worden Australische patrouilles uitgestuurd, maar vreemd genoeg worden geen Japanse troepen aangetroffen. De dag erna volgen nog meer patrouilles, maar weer worden geen Japanners gezien. Maubisse en Aileu, waar mogelijk nog Japanners zitten, wordt door de RAAF gebombardeerd. In Liltai en Hato Udo worden ook geen Japanners meer aangetroffen. Zijn alle Japanse troepen teruggetrokken naar Dilly?