Auteurs: Georg van der Most, museum Regiment van Heutsz
Gerard van Haren
Gebruik pistool tijdens de Timor 1942 strijd
Paul de Vrijer (1) vertelde in Stabelan (2) 11e jaargang nr. 4 blz. 36 de volgende anekdote:
Op een morgen kwam de Dubbele(3) tot de conclusie om eens zo’n karbouw te schieten, ter aanvulling van onze vleesbehoefte. Hij zou dit met zijn Parabellum pistool doen. De volgende dag trokken wij erop uit en wij zagen al gauw een kudde in ruste, vlak naast een grote ronde steen. De Dubbele koos zijn dier uit en sloop naar de steen, er voor wakende dat de steen tussen hem en de karbouw bleef. Hij legde zijn parabellum op de steen en mikte langdurig met zijn gezicht vlak bij de richtmiddelen. Nu heeft de parabellum een kniegewricht voor het uitwerpen van de lege huls en het aanvoeren van een nieuwe patroon in de kamer. Toen de Dubbele tenslotte vuurde kreeg hij tegelijkertijd dat kniegewricht tegen zijn neus, die hij meteen met beide handen liefkoosde. Hij brulde van de pijn en wij zagen de neus zienderogen opzwellen. De karbouw ging door zijn knieën, maar richtte zich toen weer op en ging tot de aanval over achter de Dubbele aan. Half verblind door pijn en bloed, wist hij voorlopig niet anders te doen dan steeds maar om de steen lopen, achtervolgd door de karbouw Hij begreep wel dat dit niet zo door kon gaan. Hij legde weer aan, deze keer met zijn neus verder van het pistool verwijderd en bij het volgende schot was de karbouw dood. Wij sneden de beste stukken uit het lichaam en brachten dat naar onze hut.
Toen de Dubbele tenslotte vuurde kreeg hij tegelijkertijd dat kniegewricht tegen zijn neus: In de gesloten stand wordt het schot afgegeven en dan komt de spangreep / het kniegewricht in een knik naar boven. Zoals te zien op deze foto.
Pistool Parabellum M.11 kaliber 9 mm (4)
Het meest gebruikte vuistvuurwapen van het KNIL tussen 1912 en 1942 was het pistool M.11 (ontwerp Luger). Hiervan werden er maar liefst 14.000 door het Indische leger gebruikt. De pistolen werden door twee verschillende leveranciers vervaardigd: aanvankelijk door de Deutsche Waffen- und Munitionsfabriken (DWM) in Berlijn en vanaf 1919 tijdelijk door Vickers ltd in Engeland. De DWM leverde de onderdelen aan Vickers, waar de pistolen in elkaar werden gezet. Vanaf 1928 kon het KNIL weer direct terecht bij de Duitse wapenleverancier.
Het pistool Luger P08, zoals het oorspronkelijke gangbare model in Duitsland werd aangeduid, is een 8-schots halfautomatisch centraalvuur pistool in het kaliber 9mm Parabellum. De M.11 werd door het KNIL op grote schaal gebruikt. Eind jaren dertig waren officieren, onderofficieren en al het personeel van de militair geneeskundige dienst, de militair diergeneeskundige dienst en de topografische dienst ermee bewapend, evenals de magazijnmeesters, monteurs, vliegers en vliegtuigschutters van de Militaire Luchtvaart van het KNIL (ML-KNIL).
Naast het jaartal was het pistool M.11 met toebehoren bij indienststelling voorzien van een koperen korpsmerk en wapennummer. De exemplaren die aan officieren en onderluitenants in bruikleen werden gegeven en bij overplaatsing of na afloop van hun diensttijd moesten worden ingeleverd, waren daarvan uitgezonderd.
Notes
1. Stabelan, Periodiek van de Stichting Vriendenkring oud KNIL-artilleristen. Copyright Museum Bronbeek
2. Toen sergeant 2e klasse en later Majoor W.P.G. de Vrijer. https://verzettimor1942.nl/de-vrijer/
3. sergeant-majoor, verwijzend naar de 2 strepen op de schouderpassant
4. Met dank aan het Nationaal Militair Museum (NMM) Soesterberg https://collectie.nmm.nl/nl/collectie/detail/264450/
