Skip to content

Handgranaat

Auteur: Gerard van Haren

Met dank aan: Drs. Marc Lohnstein, Museum Bronbeek

Bron: Nederlands militair museum https://collectie.nmm.nl/nl/collectie/detail/298160/

We hebben het Nationaal Militair Museum gevraagd om gebruik te mogen maken van hun artikel.

Gebruik handgranaten op Timor

In zijn Report on events of 20-21 Feb. beschrijft Lieutenant Gerry McKenzie een gevecht, waarbij KNIL-handgranaten werden gebruikt, in de bergen achter Dilly na de landing van de Japanners op 20 Februari 1942:

“At 8:30 hrs my party plus Signaler Hancock and three Dutch troops left for the hills via rout previously mentioned…. Eight Japs now appeared over the edge of the hill (two with LMGs and six with rifles which looked like small bore automatics). Pte Poynton an Growns had selected good positions and Gowns was quick to bring one Jap. Poynton went determinedly into action now and quickly silenced the nearest gun, which had not yet gone into action. I noticed one of the Dutch troops clambering up to Poynton. Poynton took something from his hand rushed forward to another tree. He then threw a genade which missed its mark, tried another-which failed, but the third blew up the gun and four men”

Pte Poynton zou voor deze actie worden gedecoreerd met het Distinguished Conduct Medal. Voor een actie eerder die dag heeft hij het Bronzen Kruis ontvangen.

Strip over de actie 20 Februari 1943. Bron: The Argus 10 April 1943

Sergeant Paul de Vrijer schrijft in zijn artikel Guerilla in Timor in Stabelan (1) over de KNIL-handgranaat het volgende:

Opeens hoorde ik de kapitein tegen Ouwe Dries zeggen: Nu de handgranaat. Ik probeerde op alle mogelijke manieren hen aan het verstand te brengen, dat wij voor hen zaten, maar daar ging de granaat al. Ik zag de veiligheidsband zich losmaken van de gra­naat. Deze viel nog geen 5 meter van ons vandaan. Zoals misschien bekend hebben de KNIL handgranaten een kleine scherfwer­king, maar wel een enorme luchtdrukver­plaatsing; de z.g. offensieve handgranaat”. Zowel mijn schutter als ik sloegen van het muurtje af, snakkend naar adem en met pie­pende trommelvliezen.

In het Dagboek Nederlandsche troepen te Timor worden geen acties genoemd waar handgranaten door KNIL-militairen zijn gebruikt. Wel wordt op 10 augustus 1942, het begin van het Japanse Augustusoffensief, vermeld dat “Detonatoren van landmijnen en handgranaten worden afgenomen en meegevoerd”

KNIL-handgranaten

Offensieve handgranaat. Bron Nationaal Militair Museum

Het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) bezat een eigen Pyrotechnische Werkplaats (PW) in Bandoeng, op het eiland Java. In de PW werden artilleriegranaten afgevuld, maar onder meer ook handgranaten ontwikkeld en gemaakt.

In 1927 ontwierp de 1e luitenant A.G. Mantel het offensieve handgranaat: de ‘buiten gevecht stellende werking’ was zeer plaatselijk en met een beperkte ‘gevarenzone’ van maximaal 10 meter. De hevige knal had daarbij veel effect op het moreel van de vijand. Zulke granaten kunnen ook door aanvallende troepen in het open veld worden gebruikt. Het ontwerp werd in 1928 officieel ingevoerd. De nieuwe handgranaat bestond uit een met 350 gram trotyl gevulde, dubbele papieren koker met houten uiteinden, was 13 centimeter lang en had een doorsnede van 6,5 cm bij een gewicht van 500 gram. Praktische worpafstand 30 m. Voor het gooien werd een detonator in de handgranaat geplaatst en de veiligheidsband afgerold. Het was een schokhandgranaat, wat wil zeggen dat de granaat ontplofte bij het neerkomen, en niet na een vast aantal seconden. Het voordeel van schokhandgranaten is dat de vijand de granaat niet terug kan gooien; nadelig is dat de granaat niet altijd afgaat – bijvoorbeeld op een zachte ondergrond – en niet overal gebruikt kan worden.

In de praktijk voldeed de offensieve handgranaat niet zo goed. Het bleek moeilijk te zijn om de opgeslagen granaten in de vochtige hitte van Indië in goede conditie te houden; daardoor waren ze in het gebruik niet altijd even betrouwbaar. Voor zover bekend zijn er, behalve de granaat en het doorsnedemodel in het Legermuseum, van de ‘Handgranaat Offensieve’ van het KNIL geen exemplaren meer bewaard gebleven.

De organieke munitie uitrusting van een infanteriecompagnie bevatte 108 offensieve handgranaten. Officieel waren de infanteristen in oorlogstijd elk voorzien van twee handgranaten. De karabijnmitrailleurschutter en zijn helper hadden ieder één handgranaat. De brigadecommandant was niet uitgerust met een handgranaat. De handgranaten werden vervoerd door de gevechtstrein in kisten van 36 handgranaten. De bijhorende detonators in een trommel van 12 in 1 blik.

In het boek Royal Netherlands East Indies Army 1936-42 staat op blz. 43 een foto van KNIL-militairen die met offensieve handgranaten gooien.

Notes

  1. Stabelan, Periodiek van de Stichting Vriendenkring oud KNIL artilleristen 11e jaargang nr. 3 van 15 december 1984,  nr. 4 van 15 februari 1985, nr. 5 van 15 april 1985 en nr. 6 van 15 juni 1985

Een reactie plaatsen

Your email address will not be published. Required fields are marked *