Skip to content

Nicolaas Strik

Onderluitenant Nicolaas Strik

Onderluitenant Nicolaas Strik

Auteurs: Richard Spraakman en Gerard van Haren.
Opmerking: Indien de roepnaam anders is dan Nicolaas, dan horen we dat graag.

Inleiding

Nicolaas Strik is geboren op 10 oktober 1908 te Meppel. Zijn vader was Jannes Strik, geboren 3 januari 1886 te Meppel en zijn moeder was Femmigje Lichtendonk, geboren 21 september 1883 te Hoogeveen. Nicolaas had nog een oudere zus, Jebeltje. Arend, het eerste kind van Jannes en Femmigje, werd helaas maar 8 dagen oud. Het gezin was woonachtig op het adres Bloemendalstraat 7 te Meppel.

Vader Jannes was huidenzouter. Waarschijnlijk was hij werkzaam bij de firma Hartog van Esso. Het bedrijf bewerkte en onthaarde huiden voor binnen- en buitenland. Berucht was de stank die het bedrijf verspreidde. Vader Jannes kwam vroeg te overlijden, hij was nog maar 27 jaar oud. Nicolaas was toen bijna 5 jaar oud.

Moeder, Femmigje Lichtendonk, trouwt op 20 maart 1914 in Smilde met de weduwnaar Klaas Remerie. Samen krijgen ze nog drie kinderen. Tot overmaat van ramp komt zus Jebeltje te overlijden op 13 jarige leeftijd te Smilde. Nicolaas is dan nog maar 11 jaar oud. Nicolaas werkt als schippersknecht in Smilde. Als opleiding heeft hij alleen Lager Onderwijs kunnen volgen.

KNIL

Op 3 april 1928 verbindt Nicolaas zich vrijwillig voor de Overzeese Militaire Dienst. Hij krijgt het stamboeknummer 86982 (later omgezet naar legernummer 082210007) en volgt een opleiding tot soldaat Genie in de Prins Hendrikkazerne in Nijmegen. Tijdens de opleiding wordt hij voorbereid op het tropische Indië en leert Maleis. Volgens de beschrijving is Nicolaas Strik 1.72 meter lang en hij heeft een litteken onder zijn rechteroog.

Dan is het zover. Na een opleiding van 3 maanden vertrekt Nicolaas naar Nederlands-Indië. Voor uitzending krijgt hij een premie van 400 gulden. Het detachement van Nicolaas bestaat uit 40 soldaten en staat onder bevel van Luitenant der Infanterie C. van Andel en vertrekt op dinsdag 31 juli 1928  vanuit Amsterdam met het stoomschip de Koningin der Nederlanden naar de Oost. De reis duurt 4 weken en op zaterdag 1 september 1928 komt de Koningin der Nederlanden aan in Batavia. Nicolaas wordt ingedeeld bij het Depot Genietroepen te Tjimahi.

Tjimahi was een echte garnizoensplaats met een groot aantal kazernes voor verschillende eenheden waaronder één voor de genie. Het lag op ongeveer 10 km ten westen van Bandoeng op West-Java. Ook het Opleidingscentrum voor de Genietroepen bevond zich in Tjimahi. Nicolaas wordt op 31 januari 1933 bevorderd tot Genie soldaat 1e Klas. Op 5 september 1934 trouwt hij met Deny Jonas, geboren 14 april 1916 te Buitenzorg. In het Batavaasch Nieuwsblad van 14 september 1934 zien we de vermelding staan van het huwelijk. Hij mag na de eerste periode van 6 jaar eindelijk met verlof naar Nederland.

Na een kort verblijf in Weltevreden vertrek Nicolaas samen met zijn echtgenote op 10 april 1935 met het schip Baloeran en komen op 6 mei aan in Rotterdam. Het stoomschip de Baloeran was een prachtig schip met haar schitterende Art Déco-interieurs van architect H.P. Mutters.

Na de aankomst in Rotterdam vertrekt het echtpaar naar Tuinstraat 14 te Assen. Zijn stiefvader, Klaas Remerie, is op 26 augustus 1928 overleden. Zijn moeder, Femmigje, is inmiddels getrouwd met de 64 jarige Jan Haveman en wonen op dat adres. 

Na 4 maanden verlof vertrekken Nicolaas en zijn echtgenote weer naar de Oost. Vanuit Rotterdam vertrekken zij met het schip de Slamat op 4 september 1935. Op 3 oktober 1935 komt het echtpaar weer aan in Batavia en maakt Nicolaas weer onderdeel uit van het Bataljon Genietroepen in Tjimahi. Er volgt een bevordering tot Brigadier. Op 3 april 1937 gaat hij over naar het vernielingsdetachement te Tarakan. Een vernielingsdetachement is verantwoordelijk voor “de geladen vernieling”, het met springstoffen opblazen van objecten. Tarakan was een belangrijk eiland in verband met de aanwezige oliebronnen. Ondertussen is Nicolaas bevorderd tot Sergeant Pionier en hij verblijft op Tarakan tot begin augustus 1941. Dan vertrek hij naar Soerabaja en wordt ingedeeld bij 2e Bataljon Genietroepen.

De Timor-Dilly Expeditie

De Genie in Tjimahi en Soerabaja wordt aangewezen om met ongeveer 80 man deel te nemen aan deze Expeditie, met als doel het vliegveld en de haven bij Dilly op Portugees Timor te verdedigen tegen een mogelijke inval van Japan. De Expeditie zou 604 KNIL-militairen, met als commandant Lt. Kolonel N.L.W. van Straten, en 327 Australische militairen omvatten. Het detachement Genie bestaat uit 2 brigades (elk 15 tot 19 man) van de Pioniercompagnie, 11 zoeklichten met bedienaars van de Verlichtingscompagnie en van de Verbindingscompagnie radiotelegrafisten met een zenderontvanger en militairen van de veldtelefonie. Commandant is 1e luitenant genie W. Muusze.

Nicolaas maakt deel uit van de pioniers. Op 17 december 1941 worden de genisten, waaronder Nicolaas, in Soerabaja ingescheept op de S.S. Pijnacker Hordijk van de Koninklijke Paket Maatschappij (KPM). Ook schepen zich in de 3e Compagnie van de VIII Bataljon Infanterie uit Malang, medisch en Intendance personeel en manschappen van de Mitrailleurcompagnie van het XIII Infanteriebataljon uit Malang. 2 dagen eerder was een deel van de KNIL-militairen vanuit Soerabaja naar Koepang, Nederlands Timor, overgevlogen. Op de dag van inscheping van Nicolaas bezetten 255 KNIL-militairen en 155 Australische commando’s Dilly. Op 20 december 1941 arriveerde de Pijnacker Hordijk in de haven van Dilly. De pioniers bouwden het tentenkampement bij de vuurtoren op en hielpen mee met de stellingwerken (loopgraven en bunkers van zandzakken). Nadat de bouwwerkzaamheden zijn afgerond wordt Muusze en 1 brigade pioniers (de kwartiermakers) teruggeroepen naar Java. De brigade van Nicolaas bleef in Dilly. 2e luitenant Genie C.L. Begeman verving Muusze.

Eind januari 1942 krijgt Van Straten het bericht dat er Portugese versterking in aantocht zijn. Hij moet terugtochtroutes naar Nederlands Timor bepalen. Hij laat 2 depots met 1 kampement inrichten en voor de afvoer van zware uitrusting schaft hij een niet geheel zeewaardige motorboot aan. In de periode van 11 tot 18 februari 1942 vervoert Nicolaas samen met brigadier Genie H. de Man in deze boot en op een vlot over zee 6 ton munitie en 2 van de 4 mortieren naar Atapoepoe, Nederlands Timor.  Zij zouden hiervoor later onder meer gedecoreerd worden met het Bronzen Kruis.

Van Straten schrijft in zijn handgeschreven dagboek hierover het volgende:

“..en ik koop een motorboot om te proberen onze zware uitrusting, die ik anders moet achterlaten, over zee naar Atapoepoe te brengen. Strik maakt zich verdienstelijk met de proefvaarten, waarvan er een gelukt en een, met een gesleept vlot, mislukt.”

De Japanse landingen en de KNIL-terugtocht

In de nacht van 19 op 20 februari 1942 beginnen de landingen van de Japanners bij Dilly. Er wordt nog hevig gevochten bij het vliegveld maar om 10 uur in de ochtend wordt het bevel tot terugtocht gegeven. Een helse tocht van 7 dagen begint, grote wegen mijdend, koude nachten, langs ravijnen, malaria ect, naar Atamboea, het KNIL-kampement net over de grens met Nederlands Timor. Maar de ellende is nog niet over: de Japanners zijn in aantocht. De teruggetrokken troepen en het Detachement Atamboea wordt opgedeeld in groepen van 6 tot maximaal 9 man. Iedere groep krijgt wat geld, maar moet zichzelf maar één maand in de binnenlanden in leven houden of proberen om Timor te ontvluchten.

Van Straten schrijft in zijn handgeschreven dagboek op 1 maart 1942 (de groepen hebben dan net Atamboea verlaten) het volgende:

“Ontmoeten de groep Schreuder, waarbij Strik zich bevindt. Ik draag hem de vernieling op van een aantal bruggen in den weg Atamboea-Tobaki”

Het vernielen van deze bruggen zal het bereiken van het geplande KNIL-hoofdkwartier nabij Tobaki door Japanners bemoeilijken.

De commandant van  het Detachement Atamboea, Kapitein C.L.E.F van Swieten, schrijft het volgende over zijn contacten met Nicolaas:

“14 maart 1942. Plm. 4 km. voor Atamboea had nog een merkwaardige ontmoeting plaats. Plotseling hoorde ik n.l. een motorrijwiel aankomen, en bij het omkomen van een bocht verscheen daar inderdaad een Australisch motorrijwiel, bereden door de sergeant der Genie van Dilly STRIK  en de brigadier der Genie DE MAN . Zij bleken te behoren tot de troep van Luitenant MICHELHOFF, die in het terrein zat in de buurt van Fatoeoni, hadden deze motorfiets onvernield te Atamboea gevonden en waren nu op verkenning richting Kefamenanoe. Ik gaf hun opdracht de verkenning door te zetten en mij bij terugkomst te Atamboea te rapporteren, terwijl ik hen tevens van mijn plannen tot reorganisatie op de hoogte bracht. Des avonds kwamen sergeant STRIK en brig. de MAN terug van hun verkenningstocht. Zij waren tot vlak bij Kefameanoe geweest, doch wegens benzinegebrek genoodzaakt terug te keren. Zij rapporteerden, dat volgens ingewonnen berichten het terrein minstens tot Noelmoeti nog vrij was van vijand.

Omstreeks de 21ste besloot ik per auto met de sergeanten STRIK en VRIJENS en brigadier de MAN te trachten naar Kefamenanoe te komen, aangezien vernomen werd dat zich daar nog levensmiddelen moesten bevinden, die door den Controleur aldaar ergens verborgen zouden zijn. De 27ste vertrok ik weer per auto met serg. STRIK, VRIJENS, brig. DE MAN en mijn veroordeelde Bala Doni naar Tobaki  met de bedoeling te trachten daar een lading katjang idjoe en andere levensmiddelen op te halen en mijn oude groepje mee te brengen.”

De Japanners konden niet oprukken door een door Australische troepen opgeblazen brug. Van Swieten verzamelde in de periode half tot eind maart KNIL-militairen om de strijd vanuit Atamboea voort te zetten. Helaas op 1 april 1942 konden de Japanners doortrekken en om 13:00 uur bezetten zij Atamboea. Op tijd konden de daar verzamelde militairen vluchten. Daarna trokken deze militairen en andere binnen het grensgebied verblijvende KNIL-militairen de Portugese grens over en vestigden zich in de grensplaatsen Tilomar, Forohem en Dacola, met als hoofdkwartier Tilomar.

De guerrillastrijd en het Japanse Augustusoffensief

Eind mei 1942 vertrekt van Straten uit Timor en wordt Kapitein Breemouer, zijn chef staf, commandant van de KNIL-troepen op Timor. Tot aan het augustusoffensief zijn in KNIL-dagboeken geen vermeldingen gevonden over Nicolaas.

Japanese August Offensive Bron: L Wigmore The Japanese Thrust

Op 10 augustus 1942 start het Japanse Augustusoffensief met bombardementen gevolgd door landingen aan de zuidkust bij Beco en het passeren van de Nederlands-Tmorese grens van ongeveer 2000 Japanse militairen en Japans gezinde Timorezen en Alorezen. De Australische stellingen rondom Dilly worden vanuit Dilly en Manatuto aangevallen. De ongeveer 300 KNIL-militairen gelegerd in het meest zuidwestelijk gelegen deel van Portugees Timor dreigen door 4 Japanse colonnes te worden ingesloten. Kapitein Breemouer geeft het bevel om naar het oosten richting Lolotoi terug te trekken. De meest noordelijke Japanse colonne vanuit Nederlands Timor valt de Australische stelling bij Memo aan en trekken dan door. Iets verder op, nabij Maliana, raken Nicolaas en zijn groep met de Japanners in gevecht. Kanonnier Piest sneuvelt daarbij. Maar de Japanse opmars wordt vertraagd. De Australiërs spreken later vol lof over sergeant Strik zijn optreden daar. Nicolaas en zijn groep van 6 man treffen de groep Breemouer 9 dagen later in Same, de verzamelplaats en Australisch hoofdkwartier. Dan pas blijkt dat maar een deel van de KNIL-troepen het terugtrekbevel heeft bereikt. Breemouer krijgt de opdracht om de noord-zuidweg Baucau-Ossu-Viqueque-Beaco/Beasso te bewaken. Met 57 man wordt in twee groepen verder naar het oosten getrokken. De tocht is zwaarder dan de terugtocht van Dilly naar Atamboea. De groepen zien elkaar op 26 augustus 1942 in Viqueque. 3 man gaan naar Beaco, de nieuwe bevoorradingsplaats vanuit Australië. Kapitein Breemouer en zijn staf vertrekt naar Ossu.

Vervolg Guerrillastrijd en evacuatie naar Australië

Nicolaas gaat met een groep van 36 man, onder commando van Luitenant Zijlstra, naar Villa Vicosa (Vanilale) en nemen daar, 4 km ten noorden van Ossu, een stelling in op een plateau nabij de noord-zuidweg. De groep wordt aangevuld met de gearriveerde groep van sergeant Fuld met 4 man. Bruggen in de weg daar worden voor vernieling gereedgemaakt. Op 1 september 1942 arriveren Japanse versterkingen in de havensteden Manatuto en Lain Sana/Lamsana ten westen van Baucau. Uit voorzorg wordt de brug 4 km ten zuiden van Vinelale/Venilale vernield en in de pas 2 kleine bruggen. Waarschijnlijk het werk van Nicolaas. Twee dagen later vertrekken Breemouer en zijn staf om de achtergebleven KNIL-troepen in het westen van Portugees Timor in Mape te reorganiseren. Luitenant Zijlstra wordt commandant van de oostelijke KNIL-troepen.  Op 16 september trekken de Japanners op richting Ossu, maar ze vallen in de KNIL-hinderlaag van 24 man 4 km ten noorden van Ossu. Aan Japanse zijde 24 doden en verschillende vernielde voertuigen. Eind november krijgt Zijlstra opdracht om zich met zijn detachement naar Betano te begeven voor evacuatie naar Australië.  Op 30 november 1942 om 15:00 uur arriveert het detachement Zijlstra in Betano. De in de nacht geplande evacuatie mislukt grotendeels. Alleen enkele Portugese vrouwen en kinderen kunnen worden meegenomen door een Australisch patrouillevaartuig en worden overgeladen op een korvet. De andere Australische korvet wordt getorpedeerd. In de nacht van 9 op 10 december worden de KNIL-troepen, waaronder ook Nicolaas, met de destroyer Hr. Ms. Tjerk Hiddes, naar Darwin geëvacueerd. Na een maand quarantaine in Larrimah arriveert Nicolaas op 27 januari 1943 in Darley Camp, 50 km ten noordwesten van Melbourne en wordt daar het 3e Compagnie geformeerd uit de KNIL-Timor strijders.

Decoratie Bronzen kruis

Op 3 februari 1943 worden op Darley Camp voor hun acties op Timor onderscheiden: de Expeditie-commandant Van Straten met de Militaire Willemsorde 4e klasse en 8 KNIL-militairen, waaronder Nicolaas, met het Bronzen Kruis. Het Koninklijk Besluit (No. 6) voor de toekenningen is van 29 oktober 1942.

Aan de Europese Sergeant der genie Strik is het Bronzen Kruis toegekend om de volgende redenen:

Met gevaar voor eigen leven zowel wegens nautische omstandigheden als wegens kans op vijandelijke actie, gedurende het tijdvak van 10 tot 18 Febr. 1942 met een kleine niet geheel zeewaardige motorboot militaire goederen overgebracht van Dilly (Portugees Timor) naar Atapoepoe, teneinde te voorkomen dat deze goederen, welke te zwaar waren om bij de in voorbereiding zijnde vrijwillige terugtocht naar Ned. gebied mede te voeren, verloren zouden gaan; hebbende hij zich voor een en ander vrijwillig beschikbaar gesteld. Voorts later gedurende de guerrillastrijd waardevolle verkenningen verricht in door den vijand bezet gebied”

Nicolaas is voor zijn acties op Timor tevens buitengewoon bevorderd tot sergeant-majoor der genie.

Ook zijn mede pionier brigadier H. de Man krijgt om dezelfde redenen het Bronzen Kruis.

Net als alle geëvacueerde Timor 1942 strijders ontvangt Nicolaas die dag het Ereteken voor bijzondere krijgsbedrijven met gesp “Timor 1942”

Decoratie 3 februari 1943 Darley Camp: 3e van rechts Nicolaas Strik en geheel rechts H. de Man. Bron AWM

Periode Australië en Indonesië

Nicolaas wordt tijdelijk ter beschikking gesteld aan NEFIS voor de periode van 7 augustus tot 9 november 1943. Uit de 3e (Timor) Compagnie werd in juni 1944 het 1e Bataljon Infanterie geformeerd, met weer als commandant de inmiddels tot Luitenant-Kolonel bevorderde Breemouer. Nicolaas volgt in november 1944 een opleiding bij de Pionier Wing van de 1e Australische leger Trainingsschool  te Wongabel. Op 2 maart 1945 volgt de bevordering tot Adjudant-Onderofficier Genie en gaat hij over naar het Columbia Camp te Wacol nabij Brisbane.  Hij wordt daar tijdelijk onderluitenant Genie. Het 1e Bataljon Infanterie landt op 1 juni 1945 met Nicolaas bij het bij hem bekende eiland Tarakan en hij wordt ingedeeld bij het Technisch Bataljon Casino.  Na de Japanse overgave op 15 augustus 1945 is hij werkzaam bij de Territoriale Geniediensten in Batavia, Medan en Makassar. Hij scheidt op 30 januari 1947 van zijn vrouw Jonas Dey en hertrouwt op 10 juli dat jaar met Dorothy Jean Thomas, geboren 27 februari 1917 te Armidale NSW te Australië. Op 25 september dat jaar wordt hun zoon Pieter Andries in Makassar geboren. Op 1 oktober 1948 gaat hij over naar het B peloton van het 1e Genie Veld Compagnie. Maar kort daarna wordt hij ziek, onduidelijk nog waardoor. Op 8 maart 1949 vertrekt hij, nog ziek, met zijn gezin naar Nederland met het m.s. Willem Ruys. Zijn verloftraktement is dan f 416,00 per maand.  

Vervroegde pensionering

Op 4 maart 1950 wordt zijn zoon Sydney Stewart in Meppel geboren. Bij de opheffing van het KNIL wordt Nicolaas op 2 juli 1950 een pensioen toegekend van f 238,00 per maand. 

Femmigje Lichtendonk is overleden op 3 december 1960 te Assen en ze ligt begraven op de Begraafplaats De Boskamp.

Dit gedeelte zal nog worden aangevuld. De zoon en kleinzoon van Nicolaas helpen ons daarbij.

Nicolaas Strik is op 4 maart 1985 in Wagga Wagga, NSW Australië overleden.

Bronnen

Bevolkingsregister Meppel, Deel 1, Wijk 1 1901-1930, Blad 316

Bevolkingsregister Smilde, Deel 6 1920-1939, Blad 186

Stamboek Nicolaas Strik Leger Nr. 082210007 (Oud Alg. Stb. Nr. 86982)

Uittreksel uit het stamboek van onderofficieren en manschappen van mindere rangen van het Koninklijk Nederlands Indonesisch Leger van Strik, Nicolaas Leger Nr. 082210007

Staat van Dienst Nicolaas Strik Leger Nr. 082210007.

Swieten, Kapitein C.L.E.F van, VERSLAG van de verrichtingen van het detachement ATAMBOEA,  Garnizoensbataljon van Timor en Onderhorigheden. Later ten dele ingedeeld bij de Gereorganiseerde Troepenmacht op Timor. Denpasar, 16 juni 1946

Straten, Luit. Kol. N.L.W. van, Dagboek aanvangende 7 December 1941.

Winter, 1e Luit. Artillerie Th. de,  Dagboek Nederlandsche troepen te Timor. Vanaf 28-3-1942 samengesteld door den luit. adjudant van Ned. Ind. Tpn. [Nederlands Indische Troepen] op Timor

Een reactie plaatsen

Your email address will not be published. Required fields are marked *