Skip to content

Artillerie

Auteur: Gerard van Haren

De voorbereiding

Voor de Timor-Dilly expeditie werd aangewezen de 1e Afdeling Veldartillerie (AIVd) uit Malang. De aangewezen veldbatterij kreeg de beschikking over 4 veldkanonnen (verouderd) 7,5 cm en een kaliber 30 (lengte loop 30x de diameter). Sergeant Bakker omschreef de kanonnen als volgt:

Wat aan bewapening werd meegezonden kon gerust de toets van ‘oud roest’ doorstaan. Een paar van de meegebrachte kanonnen hebben jarenlang als symbool voor de ingang van de kazerne Bergartillerie te Tjimahi gestaan en dateerden uit 1896. Om bij schemer te kunnen richten moest gebruik worden gemaakt van een zaklantaarn of een lucifertje om goed te kunnen richten. Maar ze konden nog vuren.

De fabrikant en type van de kanonnen zijn niet bekend. De sterkte van de batterij was ongeveer 30 man en de commandant was 1e Luitenant Th. de Winter.

De kanonnen en bijbehorende munitie werden op 15 november 1941, met andere wapens, munitie en uitrusting voor de expeditie, ingeladen op de Hr. Ms. Soerabaja, de voormalige pantserkruiser De Zeven Provinciën.  Dit schip begon daarna met patrouillevaarten in de wateren bij Timor.

Op 15 december 1941 werden de artilleristen en 3 mitrailleursecties, ook uit Malang, in 3 troepentransport- en passagiersvliegtuigen van het vliegveld Singosari naar Penfoei, het vliegveld bij Koepang op Nederlands Timor, overgevlogen. De volgende dag werden zij, samen met de Expeditie commandant Luitenant-Kolonel N.L.W van Straten en 9 Infanteriebrigades van het detachement Koepang, ingescheept op de Soerabaja. Aan boord waren ook 2 van de 3 Platoons van Australische 2nd Independent Company. De dag erna gingen zij aan land bij Dilly, de hoofdstad van Portugees Timor.   

De verdediging van Dilly

De opdracht aan de Expeditie commandant luidde:

  1. het bezetten en het ter verdediging inrichten van Timor Dilly, teneinde de vijand het gebruik van deze basis te ontzeggen.
  2. ingeval van een aanval door een overmachtige vijand, terugtrekken en de strijd voortzetten in het binnenland.

Onder bescherming van de infanteristen werden de volgende dagen op de steiger van de Baai van Dilly de kanonnen en munitie uitgeladen en gebracht naar de vuurtoren gelegen bij de westelijke ingang van de baai. De 4 vuurmonden werden naar de zee en baai gericht. Achter de vuurtoren werd het kampement ingericht.

De Japanse aanval en de terugtocht

Op 19 februari 1942 om 23:15 wordt door de wacht bij de vuurtoren het geluid van dieselmotoren en het aflopen van ankerkettingen gehoord. De batterij wordt bemand en er zijn vuurmogelijkheden. De expeditie commandant geeft opdracht voor een waarschuwingsschot. Deze wordt beantwoord door een salvo van een Japanse schip. De artillerieopstelling krijgt er van langs en er ontstaat paniek. Luitenant de Winter weet de paniek te bedwingen en ontvangt onder meer daarvoor later het Bronzen Kruis. Alleen schieten de Japs daar gelukkig te hoog: “er komt maar één treffer in de borstwering van het eerste stuk, dat zoveel zand opgooit, dat een sluitstuk er uit moet worden genomen, wat een paar kanonniers, staande op de borstwering, rustig doen“.  G. van der Kolk en W. Broekstra werden hiervoor later onderscheiden met het Bronzen Kruis. “Plotseling zag de batterijbediening een van de Japanse schepen hun schootsveld vrij dicht langs de kust binnen varen. De gehele batterij kon een goed gericht vuur uitbrengen en naar zij !ater hoorden met veel succes“. Het schip, vermoedelijk een torpedobootjager, kreeg een paar voltreffers en raakte in brand, waarna het als verloren werd beschouwd. Maar aan de Japanse landingen werd deelgenomen door 2  torpedobootjager/destroyers, de Ushio en de Sazanami. Beide worden niet als verloren gemeld.

Om de stukken niet in de handen van de japanners te laten vallen, kregen ze opdracht de 4 kanonnen te vernietigen en daarna zo snel mogelijk terug te trekken. In de heuvels achter Dilly werd verzameld. Dan volgt een barre tocht van 7 dagen naar Atamboea, net over de grens met Nederlands Timor.

KNIL geschut, vernietigd op het strand van Dilly. Bron AWM

De groepjes en de guerrilla

In Atamboea werden de KNIL-manschappen begin maart 1942 in groepjes van 6 tot 9 man verdeeld en moeten de binnenlanden in. Geert van der Hoek en 3 anderen artilleristen komen terecht in Occussi, een Portugese enclave in Nederlands Timor. Daar geven zij zich over aan de Timorezen en na een tocht van 3 dagen worden zij op 13 mei 1942 geïnterneerd in het inmiddels veroverde Atamboea. 

Luitenant de Winter heeft zich in Atamboea bij de groep van de expeditie commandant gevoegd en gaat mee naar het nieuwe hoofdkwartier nabij Tobaki. Na een maand worden net over de Portugese grens de KNIL-troepen weer verzameld en gereorganiseerd. Luitenant de Winter wordt daar commandant van de staf en blijft dat tot na de evacuatie.

Het Japanse Augustusoffensief en het vervolg van de guerrilla

Kanonnier Piest is op 12 augustus 1942 gesneuveld bij de gevechten bij Maliana. Uit de beschikbare documenten zal verder worden nagegaan welke artilleristen worden genoemd en bij welke acties.

De evacuatie en de periode Australië

In de nacht van 10 op 11 december 1942 worden de Timor-strijders naar Australië geëvacueerd, waaronder 5 artilleristen. De KNIL-Timor 1942 strijders worden overgebracht naar Darley Camp gelegen 50 km ten noord/westen van Melbourne. Op 3 februari 1943 wordt luitenant de Winter (links op de foto) het Bronzen Kruis op Darley Camp opgespeld.

Uitreiking Bronzen Kruis. Links lt de Winter. Bron AWM
Uitreiking Bronzen Kruis. Links lt de Winter. Bron AWM

Wanneer de artilleristen van der Kolk en Broekstra het Bronzen Kruis is uitgereikt, is onduidelijk. Zij zaten toen nog in krijgsgevangenschap.

Verliezen en geëvacueerde Artillerie

a. Krijgsgevangenen
Brigadiers: Kwak en de Groot
Waarnemers: Gerrits en Kolk
Kanonniers 1e klasse: Hendriks, van Dorst, Verwond en Klop
Kanonniers 2e klasse: v/d Hoek, Broekstra en Sajoepi

b. Gesneuvelden
Kanonnier 2e klas:  Piest

c. Overledenen
Geen

d. Vermisten
Waarnemer: Verseput
Kanonniers 1e klasse: van Ransow, Trimo,
Kanonniers 2e klasse: Masidjan, Rumangkan, Siswan, Marwan, Madjid/Masdjid, Soeratmin, Djono, Kasmoen/Rasmoen, Djimadi/Djemadi, Sadimin, Lemankan (NIMH). Trimo (NIMH)

e. Geëvacueerden
1e Luitenant: Th de Winter
Kanonniers 2e klasse: Lenze, Aboe Bakar, Bisman, Smitshoek

Bronnen:

Hoek, G vd, De strijd om Timor Stabelan
Nortier, J., De Bezetting van Dilly, Portugees Timor in Ons leger september 1979
Nortier, J., De guerrilla op Timor (maart 1942 tot februari 1943)
Coster, Schout bij Nacht F.W., Lijst van Namen van de laatstelijk uit Timor geëvacueerde militairen en Lijst van namen der vermiste militairen (Verliezenlijst) uit Timor brief 4 februari 1943.
Kon. Nederlands Indische Leger, Officiële Mededelingen De actie op Timor van december 1941-december 1942
NIMH, Sectie Krijgsgeschiedenis en ceremonieel-HKKL, Bureau-DC code/nr 10/17: Opgave van gesneuvelde, overleden, gewonde, krijgsgevangen en vermiste militairen Timor 1942

Een reactie plaatsen

Your email address will not be published. Required fields are marked *