Skip to content

Onderzoek naar Nederlandse gedragingen in Dilly, januari 1942

Auteur: Gerard van Haren

Voor de Australische versie zie: https://doublereds.org.au/forums/topic/334-%E2%80%98what-the-bloody-hell-is-happening-in-portuguese-timor%E2%80%99-investigation-mission-to-dili-8-january-1942/  

Met dank aan: Ed Willis van de 2/2 Commando Association of Australia

Inleiding

De Timor-Dilly Expeditiecommandant Luit. Kolonel Inf. K.N.I.L. N.L.W. van Straten vermeldt in zijn handgeschreven dagboek onder de periode 21 december 1941 tot 10 februari 1942 het volgende:

Verder stookt de as [1] in Lissabon nogal hevig, wat zelfs een officiële klacht via Londen ten gevolge heeft, waarop de G.G. [2] den Resident van Koepang zendt voor een onderzoek, dat echter geheel in mijn voordeel afloopt.

en

Toch wordt de verveling op het laatst hinderlijk; het zondagsche vis vangen met dynamiet noch de sporadische bezoeken van Koepangers vermogen er iets aan te veranderen.

Wat heeft er zich afgespeeld?

Harry Medlin [3], mede-onderzoeker, herinnert zich het volgende over het onderzoek. Dit heeft hij vastgelegd in zijn verslag: What the bloody hell is happening in Portuguese Timor’  INVESTIGATION MISSION TO DILI 8 January 1942”.

David Ross (Left) Lieutenant Colonel Van Straten(right)

Wigmore reports on a conference in Koepang on the evening of 15 December 1941 between Mr. Niebouer (Dutch Resident at Koepang), Ross, van Straaten, Leggatt, Detiger, Commander of the Soerabaja (5644 tons), Wing Commander F. Headlam (C.O. RAAF squadron), Major A. Spence (OC 2/2 Indep. Coy.) and staff officers.  The decision was taken to occupy Dili because Japanese ships were said to be in the vicinity.

Wigmore then describes negotiations with the Governor of Portuguese Timor (Manuel de Ferreira de Carvalho) and the subsequent occupation by Australian and Dutch troops.  There is no record anywhere that I can find of the next development which, it was said, arose out of a curt telegram from the British Prime Minister, Winston Churchill.

Portugal (like Sweden and Switzerland) was neutral during WW2, and it suited the (Northern Hemisphere) antagonists’ purposes to preserve that neutrality.  Portuguese troopships were said to have been coming from Lorenzo Marques in East Africa.  The hearsay catalyst is said to have been the cable ‘Highest British Political Authority demands to know what the bloody hell is happening in Portuguese Timor’.

Athol Wilson, a Melbourne lawyer, led the Inquiry in Dili.  I was chosen as Staff Officer to Major Wilson.  I assume that Wilson was chosen because Leggatt, although also a lawyer, had been involved in that initial decision to occupy Portuguese Timor.

Although I do not recall the date, I believe it to have been about 10 January 1942, but it might well have been later because photographs show me with a ‘tin hat’ and air raids did not start until 26 January 1942.

We flew in a 3-engine Fokker with ‘pusher’ engines; we were camouflaged from above and flew extremely low to evade possible Japanese fighters.  There were two pilots and three passengers namely Wilson, Headlam and Medlin.  I have photographs of Wilson, Ross, van Straaten and Spence in conference and with (Capt.) Callinan, Medlin and (? Mr.) Whittaker in attendance.  I have other photographs taken that day including one of a small Japanese ship tied up at a jetty in Dili Bay.

I think that I know that the recommendations were that our occupation was justified, and that the Dutch presence was no long-term threat to Portugal.

In the final event the Japanese invaded the whole island and demonstrated a complete contempt for Portuguese neutrality.  There is no reference by Churchill even in his history, The Second World War, nor of any concern for Timor except to comment (v.4 The hinge of fate, p.128) upon its loss to the Japanese.  I repeat that I find it, at best, strange and possibly somewhat sinister that there is no record either of Wilson’s inquiry or of his report.  The Inquiry was conducted — I was there – and I knew Athol Wilson well enough to know that there was a Report.  WHERE IS IT?

Medlin recorded another recollection of this event:

Senior officers always have to have junior officers around, looking after their needs and what not, so I went.  We met with Major Spence who was the commanding officer of 2/2nd Independent Company, and the governor of Portuguese Timor, and as I say I have taken photographs in the plane and we flew very low because we were camouflaged from above, not below and there was a risk of being shot down by Japanese fighters.

Major A.Spence (left) Lieutenant Harry Medlin (right)

And I believe that the conclusion of Athol Wilson and of the governor, and of the Dutch was, that although Dili had been occupied there was no long-term risk of the sovereignty of Portugal over Portuguese Timor. Now I have tried myself to find a copy of that report, I knew Athol Wilson well enough to know that there would have been a report, but it could find nothing.  But you have triggered me into remembering this, I will look again, there will be a report somewhere, and I know enough about the army to know that they never destroy anything, not openly anyway.  So that was that.  Well, I think I said before, when the Japanese landed, they took no account of Portuguese neutrality, and the Independent Company just withdrew and harassed them from the hills

Bij het verslag heeft hij unieke foto’s gevoegd, gemaakt tijdens het onderzoek. Deze foto’s zijn gebruikt in dit artikel.

Voorafgaand

Op 14 december 1941 krijgt van Straten van de Gouverneur Generaal van Nederlands-Indië (GG), jhr. mr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, de opdracht om de maanden voorbereidde Timor-Dilly Expeditie in gang te zetten. In de eerste uren/dagen van de bezetting van Dilly zal hij moeten onderhandelen met het Portugees bestuur ter plaatse. Van Straten laat zich in Bandoeng bijpraten door de Nederlandse consul in Dilly, ir. Brouwer.

De dag erop vliegt van Straten naar Koepang, Nederlands Timor, om daar de leiding op zich te nemen van deze expeditie. In de avond is er een overleg [4] tussen hem en de commandanten van Australische en KNIL-troepen en het eilandbestuur. Aanwezig zijn:

  • van Straten;
  • Mr. Fokko Jan Nieboer, de resident van (Nederlands) Timor en Onderhorigheden;
  • Mr. David Ross, Brits consul in Portugees Timor;
  • Lt Colonel W.W. (Bill) Leggatt, commandant van het Australische 2/40 Battalion en (tijdelijk) commandant van Sparrow Force in Nederlands Timor;
  • Luit. Kolonel W.E.C. Detiger, territoriaal commandant van Timor en Onderhorigheden;
  • Kapitein-luitenant ter zee Johan Christiaan Cornelis, Commandant van de kanonneerboot Hr. Ms  Soerabaja, voorheen de pantserkruiser Hr. Ms  Zeven Provinciën;
  • Wing Commander Frank Headlam, commandant van het 2 RAAF squadron, gelegerd op het vliegveld Penfoei bij Koepang;
  • Major Alexander Spence, commandant van het 2nd Independent Company;
  • en enkele stafofficieren.

Het Australische contingent is net in Nederlands Timor gearriveerd. De KNIL voorhoede is die dag op het vliegveld Penfoei geland. De KNIL hoofdmacht is nog onderweg. Tijdens het overleg wordt de bezettingsstrategie van Dilly, hoofdstad van Portugees Timor, en het nabij gelegen vliegveld besproken. Bij de bezetting moet de Portugese neutraliteit zoveel als mogelijk gewaarborgd worden. Leggatt en Detiger worden aangewezen als parlementariërs/onderhandelaars: zij moeten de gouverneur van Portugees Timor de onderweg zijnde militaire hulp “zoals afgesproken” aanbieden.

De KNIL voorhoede wordt aangevuld met militairen van het detachement Koepang. De volgende dag vertrekt vanuit de haven van Koepang de Nederlands/Australische bezettingsmacht met aan boord wapens, munitie en materieel voor de bezetting. David Ross informeert de gouverneur van Portugees Timor, Manuel de Abreu Ferriera de Carvaiho, over het bezoek van 2 hoge officieren de volgende dag.

Op 17 december 1941 om 7:00 uur is David Ross weer bij de gouverneur. Om 8:00 uur bieden Leggatt en Detiger de gouverneur van Portugees Timor [5] militaire hulp aan in verband met een mogelijke landing van de Japanners. De gouverneur protesteert, maar in de middag landen zonder weerstand de KNIL en Australische troepen en bezetten het vliegveld en het terrein rondom het Postkantoor in Dilly. Leggatt en Detinger keren terug naar Koepang. Van Straten onderhandelt die dag en de volgende dagen met de Portugese gouverneur met onder meer als resultaat dat de Portugese militairen uit Dilly vertrekken en worden overgeplaatst naar Etsabe.  De onderhandelingen (volgens van Straten klachtconferenties) zijn steeds minder stroef.

Aanleiding onderzoek

Leggatt is al na 2 dagen terug in Dilly [6] en rapporteert alarmerend aan het Australische hoofdkwartier over de situatie in Dilly (C.G.S. has been informed by Sparrow force through Army channels).

Op 27 december 1941 krijgt Leggatt het volgende bericht:

To Sparrow Force

From Army Melbourne MC4088          27/12  Immediate

For OC SPARROW stop  Your message 27/12 through DARWIN regarding situation DILLI stop  Whole message now being considered main body highest political minister officially informed essential SPENCE OC no contact ROSS and last named forward his views immediately.

Leggatt stuurt Major Arthur Wilson, advocaat en commandant van de 2/1 Heavy Battery en gelegerd bij Klapalima/Koepang, op 28 december 1942 naar Dilly en deze bespreekt met Ross en Spence het volgende:

  1. ontwapening van de Portugese troepen zo nodig met geweld.
  2. volledige medewerking van het Portugees bestuur of vervanging van dat bestuur door antifascistische elementen onder de aanwezige Portugezen (ontwikkelde deportato’s).
  3. sluiting van het radiostation, ook voor gouvernementsgebruik.

Wilson bespreekt dit ook met Van Straten, maar Van Straten is in goed overleg in de eerste dagen van de bezetting juist het volgende met de Portugese gouverneur overeengekomen:

  1. De Portugese troepen in Dilly zullen zich terugtrekken naar Alieu. Dat is op 20 december 1941 voltooid;
  2. het Portugese bestuur werkt de bezetting niet tegen. De enkele pro-as ambtenaren en militairen in Dilly zijn bekend;
  3. Van Straten heeft toegestaan dat het radiostation gebruik mag worden door het Portugees bestuur voor het versturen van gecodeerde berichten.

In een brief van Van Straten aan de Legercommandant van het KNIL Generaal ter Poorten, van 2 januari 1942 staat het volgende:

Op 28 december ’41 vervoegde zich bij mij de Austr. Major WILSON per vliegtuig van KOEPANG gekomen. Hij deelde mij mede, dat de Lt.Col. Leggets [Leggatt], die te Koepang het bevel voert over de Austr. troepen, van de Australische regering opdracht had gekregen, om na te gaan hoe de toenmalige situatie op Dilly (met name tegenover het Port. bestuur) was volgens de mening van een Britschen Consul te Dilly, een heer Ross, en van de Australischen Major Spence, commandant van de Independent Company, welke deel uitmaakt van de Dilly expeditie.

David Ross ontvangt pas op 7 januari 1942 het volgende -op 30 december 1941 verstuurde- bericht van de minister van Buitenlandse Zaken van Australië:

DEPARTMENT OF EXTERNAL AFFAIRS

CABLEGRAM

2648, sent 26th December 1941

TO BRITISH CONSUL, DILLI.

C.G.S. has been informed by Sparrow force through Army channels as follows:

‘Dilli position most unsatisfactory.  Governor organising troops who may harass our troops and will certainly assist any Japanese landing.  Van Straaten awaiting instructions Dutch headquarters.  Essential to take military control and disarm Portuguese.  Delay through political negotiations becoming dangerous.  Urgent.’

Inform Commander of Australian forces that on other hand Portuguese Governor has complained that Allied Commanders, particularly the Dutch, are behaving in a very high-handed manner and are requisitioning extensively, impressing foreign residents etc. that fresh troops are being disembarked and that Governor is in state of high indignation.

You will observe that this is [a] complaint which reaches us from U.K. via Portugal.  I am greatly surprised that you have not sent regular reports as I have asked.  We desire urgently your comments and suggestions on above. In particular what restrictions or censorship are being imposed upon Portuguese authorities.

MINISTER FOR EXTERNAL AFFAIRS 

Op 7 januari 1942 informeert David Ross van Straten over bericht. Hij vertelt van Straten dat hij als volgt heeft geantwoord (I have replied as follows to the relevant parts above mentioned):

Accusations against forces are entirely without real foundation and no serious complaints have been made by any inhabitants including foreign nationals now under restrains. No Portuguese property other than open land has been requisitioned. Complaints to Lisbon are even contrary to views expressed personally by Governor tot Dutch Commander.

Complaints are nothing more than attempt to stir up trouble and falsely influence political negotiations. No restrictions of any sort have been placed upon Portuguese Authorities who are at liberty to send and receive any radio messages on Government business.  Whole attitude of Dutch Commander has been extreme courtesy and consideration even when latitude allowed has been abused and petty obstructive tactics employed against him. D. Ross, H.B.M. Consul.

Onderzoek

Uit de stukken van Harry Medlin en van Straten moeten we concluderen dat de Britse regering in Londen heeft geklaagd bij de Nederlandse regering in Londen. Op 26 december 1941 stuurt de Minister van Koloniën Gerbrandy het volgende telegram [7] naar de G.G. 

Zoowel ons als der Engelsche regering zijn klachten ter oore gekomen over willekeurig en aanmatigend optreden der troepen in Portugeesch Timor. Deze feiten wekken ontstemming op bij de Portugeesche regering, waarmede wij om U reeds gemelde redenen op den beste voet willen blijven. Hetgeen ons te dezer zake heeft bereikt was het volgende: de geallieerde commandanten in Dilly treden arrogant op, vorderen allerlei op groote schaal en dwingen vreemdelingen diensten te verrichten. Bovendien worden nieuwe troepen ontscheept en de hulpverlening krijgt het karakter van een bezetting. 

Daarop vraagt de G.G. de Resident van Timor de klachten te onderzoeken. Op verzoek van de resident van Timor, Fokke Jan Nieboer, wordt in overleg met Leggatt  in Nederlands Timor een Australisch onderzoeksteam samengesteld bestaande uit:

  • de eerder genoemde Major Athol Wilson als onafhankelijke onderzoeksleider;
  • Wing Commander Frank Headlam. Headlam was aanwezig bij het overleg van 15 december 1942 in Koepang en kende de daar gemaakte afspraken;
  • Lieutenant Harry Medlin (als rechterhand van Wilson);

Ook de Britse consul in Dilly, David Ross, maakt onderdeel uit van het onderzoeksteam.

Fokke Jan Nieboer, resident, zal ook aan het onderzoek deelnemen.

Volgens Harry vliegen hij, Wilson en Headlam met een 3 motorige Fokker naar Dilly. Waarschijnlijk is dit een Fokker F.VIIb/3m. Deze kan 8 passagiers meenemen

Fokker F.VIIB 3m at Andir Airport Bandung. Bron: https://www.fokker-history.com

en wordt gevlogen door 2 man. Aan de RAAF of Qantas zijn geen Fokker F.VIIb/3m geleverd. De Militaire Luchtvaart van het KNIL (ML-KNIL) vloog wel met deze vliegtuigen en dus wordt aangenomen dat met een Nederlandse 3 motorige Fokker is gevlogen. Daar het dagboek van het 2/2 Ind Coy op 8 januari 1942 vermeldt dat de Resident van Koepang Dilly bezoekt in verband met klachten, nam ik eerst aan dat resident Nieboer ook in dit vliegtuig zat. Maar hij zal eerder naar Dilly zijn vertrokken. Maar hij kan ook met de Canopus in Dilly zijn aangekomen. Wel is het apart dat Harry niet vermeld dat Wilson 2 weken eerder over dit onderwerp al in Dilly is geweest.

In het NO. 2 INDEPENDENT COMPANY WAR DIARY 8 December 1941 – 16 December 1942 staat het volgende vermeld:

8 January:

Visit to Dili by NEI resident from KOEPANG. PORTUGUESE GOVERNOR has reported adversely on behaviour of NEI and Australian commanders in requisitioning Portuguese property and impressing foreign nationals, particularly NEI commander. This report which is just reached Dili has surprised all – at the same time as he sent report off – told Colonel VAN STRAATEN that the behaviour of the occupying force had been good. The opinion of interested persons have that Colonel VAN STRAATEN, who has CO of Force, carried out all negotiations with governor, has been most restrained, in spite of lack of cooperation from Governor.

Volgens Harry zijn hij, Wilson en Headlam omstreeks 10 januari 1942 in Dilly aangekomen en startte het onderzoek.

Volgens het dagboek van het 2/2 Ind Coy arriveert op 13 januari 1942 paymaster Frank Whittaker per vliegtuig in Dilly. Frank is in feite een Australische marine inlichtingenofficier en spreekt Portugees. Hij wordt betrokken bij het onderzoek. Daar Whittaker ook op de foto’s staat heeft het onderzoek ook op 13 of 14 januari 1942 plaatsgevonden.

Voor het onderzoek worden gehoord de gouverneur van Portugees Timor en Spence. Callinan is daar ook aanwezig als rechter hand van Spence, maar is niet gehoord.

Resultaten en afloop

Maar het onderzoek hoeft niet te worden afgerond. Al op 10 januari 1942 stuurt het Departement van John Curtin, de Australische premier, naar aanleiding van het bericht van David Ross van 7 januari 1942, het volgende bericht [8] naar het Britse gouvernement:

PRIME MINISTER’S DEPARTMENT CABLEGRAM
DECYPHER TO SECRETARY OF STATE FOR DOMINION AFFAIRS, LONDON
0.985 0.986 0.987
DATE SENT: 10 January 1942
No. 38. Repeated to Governor of the Straits Settlement for Commander in Chief, Far East, No, 3, and Prime Minister of New Zealand No. 18.

SECRET.
TIMOR.
Your telegram 25th December No. 895 paragraph 1.
Ross reports that allegations against occupying force attributed to Governor entirely without real foundation and that no serious complaint had been made by any inhabitants including foreign nationals now under restraint.  No Portuguese property other than open land has been requested.

Ross adds that complaints to Lisbon referred to are even contrary to the views expressed personally by the Governor to the Dutch Commander.  In his opinion complaints are nothing more than an attempt to stir up trouble and influence political negotiations.
No restrictions of any sort have been placed on Portuguese authorities who are at liberty to send and receive any radio messages on Government business.  Whole attitude of Dutch Commander has been one of extreme courtesy and consideration oven when latitude allowed has been abused and petty obstructive tactics employed against him.
CURTIN

Copy sent to Dr. Evatt, Mr. Forde, Col. Hodgson, Mr. Shedden
13.1.42  

Het bericht van David Ross van 7 januari 1942 was al voldoende.

Twee dagen later reageert The British Secretary of State for Dominion Affairs op Curtin’s cablegram: ‘Ross’s reports as to allegations against the Allied Force noted’[9].

Wanneer David Ross is geïnformeerd over dit bericht van de Britse minister en hij het onderzoeksteam daarover heeft geïnformeerd, is onduidelijk. Maar het onderzoek wordt gestaakt.

Noten

  1. Asmogendheden Duitsland, Italië en Japan
  2. Gouverneur-Generaal (GG) van Nederlands Indië jhr. mr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer
  3. (Edwin) Harry Medlin (1920–2013) was eind 1941 luitenant bij het Australische 2/1st Fortress Company Engineers op Nederlands Timor. Op 23 februari 1942 krijgsgevangen gemaakt en naar Java overgebracht en daar op 23 september 1945 bevrijd. Hij was van 1978 tot 1997 vicepresident van de University of Adelaide.
  4. Wigmore, Lionel – The Japanese thrust, Chapter 21. Canberra; page 469
  5. Verslag van de onderhandelingen met den Gouverneur van Portugeesch-Timor op den 17en december 1941 met afgegeven en ontvangen brieven
  6. Wigmore; page 470
  7. Geheim cijfertelegram AYE, BZ,LA: Geheim archief/DZ A I 7b
  8. War Cabinet Agendum – No 270-1941 and supplements 1-3 – Occupation of Portuguese Timor – NAA_ItemNumber11294556.pdf – NAA A2671, 270/1941
  9. Occupation of Portuguese Timor – (File 1) to 30-1-1942 – NAA_ItemNumber170185-2.pdf. – NAA A816, 19/30.

Een reactie plaatsen

Your email address will not be published. Required fields are marked *