Skip to content

11. Epiloog

Epiloog

Auteur: Ineke Bakker

11.1 Wat heeft de guerrillastrijd op Timor opgeleverd?

Samen met de KNIL guerrillastrijders op Nieuw-Guinea waren de guerrilla’s op Timor de enige geallieerde strijdkrachten die ten zuidoosten van India verzet boden tegen de Japanse opmars. De guerrillastrijd heeft bijna een jaar geduurd. Was dat zinloos? Zeker niet. Al bij de Japanse landing op de Tanimbar eilanden in juli 1942 heeft het KNIL gebruik kunnen maken van de kennis opgedaan tijdens de Slag om Timor. Hierdoor wist het kleine KNIL detachement onder sergeant Julius Tahija een tweetal landingen in de Zuid Molukken af te slaan en 200 Japanse militairen te doden.  In 1943 kon al een gebiedsstudie van Timor uitgegeven worden. Ook kwam nu in Australië een KNIL-eenheid Timor guerrilla strijders aan die kort daarna ingezet kon worden in andere gebieden in zuidoost Azië. De guerrillastrijders hebben de Japanse troepen een jaar lang bezig gehouden tijdens een cruciale fase in de Pacific Oorlog. Er werden zelfs nieuwe, extra Japanse troepen naar Timor gezonden die elders ingezet hadden kunnen worden. Het waren de Timorstrijders en de KNIL guerrilla’s op Nieuw-Guinea die op dat moment in de geschiedenis als een van de weinigen daadwerkelijk vochten voor de geallieerde zaak in Azië.

11.2 Rol Australische guerrilla’s

Vooral de Australiërs ondervonden vrij brede steun van het Portugees bestuursapparaat en de Timoreese bevolking op Portugees-Timor. Bevolking en guerrilla’s moeten samenwerken, anders kunnen de kleine guerrillatroepen weinig uitrichten. Door Japanse intimidatie en wreedheden veranderde dat. Het wegvallen van de voorheen relatief grote steun van de Timorezen, die zich voordeed naarmate de oorlog vorderde was  uiteindelijk de genadeklap voor de guerrillastrijders.

11.3 Rol van de KNIL guerrilla’s

De Australiërs waren –in tegenstelling tot het KNIL– veel beter voorbereid en specifiek getraind voor de guerrillastrijd. Zij hadden ook geschiktere (automatische) wapens en veel explosieven. Het KNIL was ingericht op het bewaren van orde en rust binnen de Nederlandse kolonie en vocht niet alleen tegen de Japanners, maar eveneens tegen vijandige Timorezen die uit Nederlands-Timor kwamen. Het KNIL kampte niet alleen met grote tekorten aan materieel, maar het ontbrak ook aan broodnodige kennis, expertise en moderne communicatiemiddelen om in kleine groepen in grote gebieden te opereren. Bovendien hadden de meeste Australiërs van de 2/2nd Independent Company niet deelgenomen aan de ‘Slag om Dillly’, was hun uitrusting nog intact en hadden zij voor een guerrillastrijd een goed strijdgebied uitgekozen. Tot slot was het KNIL een koloniaal leger, waarvan zo’n 80% van de manschappen inheems was. De Australiërs wisten dat hun familie en dierbaren veilig in Australië zaten. Dat gold niet voor het KNIL. Hun partners, geliefden en kinderen bevonden zich op een van de bezette Indische eilanden of op Timor zelf en die stonden bloot aan de Japanse terreur. Dat het KNIL desondanks meevocht in de guerrillastrijd was vooral ook een morele opsteker: Timor, dáár werd nog wel gevochten.

11.4 Rol van de overheden Australië en Nederland 

Nederland, als kleine mogendheid, was op dat moment al langer dan een jaar bezet door Nazi-Duitsland. De verdedigingswerken en maatregelen op zowel Nederlands- als Portugees-Timor lieten echter veel te wensen over. Nederlandse politici hielden zich niet alleen bezig met het verjagen van de Japanse vijand, maar ook werd geprobeerd te voorkomen dat de broodnodige bondgenoten zich na het tegenoffensief in Indië zouden nestelen. De haastig samengestelde KNIL troepen werden in een helse oorlog gezogen. Nederland was met name nerveus over potentiële annexatie-verlangens van Australië wat betreft Timor en Nederlands Nieuw-Guinea. Het was ook de hardnekkigheid van de Nederlandse politiek om niet te willen erkennen dat er binnen Nederlands-Indië grote veranderingen gaande waren waar de Japanners graag op inspeelden.

11.5 Grote aantallen Timorese slachtoffers

Uiteindelijk is het triest genoeg de Timoreese burgerbevolking die het meest getroffen werd door de Japanse bezetting en alle oorlogsverwikkelingen. Toen de meeste Portugezen, Nederlanders en de laatste guerrillatroepen in februari 1943 vertrokken waren, was elke vorm van vooroorlogse controle verdwenen op Timor. Met name de Timorezen die de guerrilla’s welwillend hulp hadden geboden, kregen het naderhand zwaar te verduren door harde Japanse tegenmaatregelen. Timor werd de rest van de oorlog door geallieerde vliegtuigen gebombardeerd, waarbij zo’n 90% van de gebouwen vernietigd werden. Vele Timorezen stierven door hongersnood, wat te wijten viel aan Japans mismanagement van voedselrantsoenen en het eisen van dwangarbeid van zowel mannen als vrouwen. Maar het grootste aantal slachtoffers was te wijten aan de interne Timoreese oorlog die vanaf augustus 1942 uitbarstte. Er waren pro Japanse Timorezen en Timorezen die de geallieerden steunden. Daarnaast werden er oude rekeningen, zoals onderliggende stamvetes vereffend. Tussen de 40.000 en 70.000 Timorezen, zo’n 10 tot 15% van de gehele bevolking kwam om het leven.

11.6 De KNIL ex-guerrilla’s terug in Nederland

Na de capitulatie van Japan in 1945 wilden de Nederlandse en Nederlands-Indische regering het vooroorlogse koloniale gezag herstellen. Zij hadden echter geen gevoel voor de veranderende tijdgeest. Na een 4 jaar durende onafhankelijkheidsstrijd werd de soevereiniteit van Indonesië erkend. Het KNIL werd opgeheven in juli 1950. Nederland zelf was in opbouw en hield zich op dat moment niet bezig met de verhalen uit de voormalige kolonie. Er was geen enkele waardering, zelfs geen belangstelling voor de verrichtingen op Timor. Terwijl voor Nederlandse verzetsstrijders al meteen na de oorlog allerlei voorzieningen waren getroffen, gold dat niet voor de militairen van het KNIL. Veel militairen in Nederlands-Indië hebben over de periode van de Japanse bezetting noch salaris, noch pensioenopbouw gekregen. De Timor guerrilla’s kregen in Australië wel salaris, echter uitbetaald in Nederlands-Indisch geld dat in Australië veel minder waard was.

Ook Timorveteranen wilden in 1972 in aanmerking komen voor de Wuv (Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 in Europa en Azië) maar voor zover bekend werden vrijwel alle aanvragen van de Timor veteranen afgewezen door de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Voor Nederlands-Indië, anders dan voor het Europese gedeelte van Nederland, gold slechts punt a. vrijheidsberoving (waaronder gevangenschap), om aangemerkt te worden als vervolgde. Punt c. onderduiken om aan vrijheidsberoving te ontkomen werd niet toegepast op oorlogsslachtoffers uit Nederlands-Indië. Deze bepaling kwam waarschijnlijk voort uit het feit dat nagenoeg alle Europese burgers en KNIL soldaten in Nederlands-Indië in Japanse interneringskampen terecht kwamen en dat het KNIL feitelijk had opgehouden te bestaan na 9 maart 1942. De Timorveteranen vroegen zich af waarom punt c. niet voor hen gold en verzochten dit punt ook te laten gelden voor mensen uit Nederlands-Indië. Punt c. werd zelfs benoemd in de motivering tot afwijzing en was dus wel degelijk van toepassing op de Timorveteranen, maar het niet ‘officieel’ voldoen aan punt a. (vrijheidsberoving) werd toch benut om de afwijzing te bestendigen. Zelfs juristen van de Centrale Raad van Beroep voelden de dubbelzinnigheid bij de behandeling van de Timorveteranen. Dat heeft tot veel frustratie geleid bij de aanvragers. Er werd met twee maten gemeten. Toch kwam er nu meer aandacht voor het verzet in voormalig Nederlands-Indië. In 1986, ruim 40 jaar na het einde van WO II, werd de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet (Wiv) in werking gesteld. Dit zou de laatste van de oorlogswetten vormen. Het was bedoeld voor hen die lichamelijk of geestelijk invalide zijn geworden door verzet en keuringsartsen moesten dit aan kunnen tonen na 40 jaar!  Wel kon men nu erkend worden als ‘Verzetsstrijder’.

De Timorveteranen hebben met geringe middelen en onder zeer moeilijke omstandigheden zonder voorbehoud hun plicht gedaan en in dienst van het vaderland gevochten. In Nederland is het bijna een stuk vergeten geschiedenis Daarom willen wij als nazaten van de Timorveteranen de guerrillastrijd op Timor onder de aandacht te brengen: ‘Zij wilden niet buigen’.

Wilt u ons boek “Zij wilden niet buigen, De Guerrilla van het KNIL op Timor 1942” (ISBN 978909364957) bestellen, klik HIER