Skip to content

9. De guerrilla na het Augustus offensief

Auteur: Gerard van Haren.

9.1 De geallieerde stellingen na het Augustusoffensief.

De uit Nederlands Timor en Dilly afkomstige Japanse troepen zijn in  de nacht van 18 op 19 augustus 1942 tot Alieu teruggetrokken. Het restant van de uit Dilly en Manututi komende Japanse troepen waren al een dag eerder naar deze plaatsen teruggetrokken. Zowel het KNIL als het 2 Independent Company hadden wonder boven wonder het Japanse Augustusoffensief overleefd. De verliezen aan manschappen en materieel waren echter groot. Honger en vermoeidheid voerden de boventoon.
De in het Ainaro-Bobonaro gebied achtergebleven KNIL militairen (ongeveer 77 man) verzamelen zich onder luitenant Horstink in Atsabe. 40 man onder kapitein de Jong trekken door naar Mape en de resterende KNIL-militairen met Horstink gaan terug naar Bobonaro.

Ossu tijdelijk hoofdkwartier KNIL Bron AWM

Kapitein Breemouer met zijn staf en 40 man trekken van 19 tot 25 augustus 1942 van Same naar Viqueque, een zware tocht. Luitenant Zijlstra wordt aangewezen als nieuwe commandant van de afdeling Oost en gaat de 75 kilometer lange noord-zuidweg Baucou-Beaco bewaken. Hun commandopost wordt Vila Vicosa gelegen ten noorden van Ossu. Breemouer en zijn staf betrekken de Portugese post in Ossu, gelegen op ongeveer het midden van de noord-zuidweg. Maar een week later wordt Breemouer teruggeroepen naar Force HQ Alas en komt daar op 5 september aan. Op 10 september treft Breemouer in Mape kapitein de Jong. Deze wordt commandant van de afdeling West. Horstink zit nog in Bobonaro met inmiddels 60 man en in Lolotoi zitten 30 man.

Op 6 september worden de Japanse troepen in Dilly afgelost door verse troepen, ervaren strijders.  De Japanse sterkte in Dilly is nu ongeveer 3000 man en in het grensgebied van Nederlands en Portugees Timor ongeveer 1000 man.

9.2  September 1942.

Door de Japanse bombardementen tijdens het Augustusoffensief zijn de Timorezen bang geworden. Ook hebben de Japanners tijdens dit offensief de postcommandanten (Chefe de Posto) van Tilomar, Fatululi, Atsebe en Lolotoi gevangen genomen en hebben inheemsen die van Maubisse van Fohorem vermoord. Hierdoor wordt de angst onder de Portugese militairen en bestuurders om samen te werken met de geallieerden in het westen van Portugees Timor vergroot. Verder ontstaan er gevechten tussen rivaliserende Timorezen en tussen Timorezen en Portugezen in het Maubisse-gebied. Ook strijden inlanders uit Nederlands Timor in dit gebied.

Op 16 september landen Japanse militairen met 8 schepen in Baucau. Zij lopen op de weg naar Viqueque/Beaco bij Ossu in een door de afdeling van luitenant Zijlstra opgezette hinderlaag. Volgens opgave worden 24 Japanners gedood.  Aan Zijlstra en soldaat Reintjes worden voor deze actie het Bronzen Kruis toegekend. De Japanners trekken zich terug naar Manatuto.

De groep Horstink had zich samengevoegd met de sectie Lolotoi maar werd op 21 september daar aangevallen door Japanse eenheden en moesten zich verspreiden. De Jong verplaatste zijn sectie naar Hatuhudo. De staf ging ook mee. Horstink ging nu met 30 man naar Mape en 40 man onder leiding van adjudant onderofficier Nauta gingen naar Raimean. Maar de troepen waren oververmoeid, de uitrusting onvoldoende en de verbindingen waren slecht.

Door het Headquarters Allied Landforces South West Pacific Area wordt begin september besloten om de in Timor strijdende Australische en KNIL-troepen te vervangen. In de nacht van 23 op 24 september landt het 2/4 Independent Company bij Betano en voegen zich bij het 2/2 Ind. Coy voor de warme overdracht van de taken. De destroyer Voyager, waarmee het 2/4 wordt gebracht, loopt aan de grond en wordt door Japanners gebombardeerd. Om te voorkomen dat het schip in handen van de Japanners zou vallen wordt het door de eigen bemanningsleden vernield.

Eind september trekken de Japanners van Ainaro naar Atsabe en van Dilly via Aileu naar Maubisse. Ze worden door platoons van Boyland en Thompson in een hinderlaag gelokt, maar 2000 Japanners wisten naar Betano door te stoten en vestigde zich in Aileu en Maubisse.  Dezelfde dag trokken zo een tweeduizend Japanners en gewapende Timorezen, als voorhoede, uit Aileu naar het zuiden richting de gestrande Voyager. Zij hadden echter geen idee hoeveel Australiërs er waren geland en waar de troepen zich ophielden. Deze hadden zich inmiddels samengevoegd met het 2 Independent Company.

9.3  Oktober 1942.

Inmiddels zijn 3000 tot 4000 Japanners in Dilly. De Japanners beginnen een nieuwe tactiek, die van de verschroeide aarde. Bij terugtrekking worden hutten verbrand. De inheemsen keren zich hierdoor tegen de Australiërs.

Japanese August Offensive Bron: L Wigmore The Japanese Thrust

Begin oktober hergroeperen de platoons en afdelingen van de geallieerden zich. Het KNIL kreeg opdracht om de wegen Atsabe-Ainaro en Ainaro-Mape te beveiligen. De staf en afdeling de Jong verhuist daarom naar Ainaro.

Japanners vermoorden Portugese bestuursambtenaren in Aileu, Manututo en Fuilero en zetten de Timoreese bevolking onder druk. Omdat alle Portugezen in Timor van de Japanners zich vóór 15 november ten westen van Dilly moesten verzamelen, werd door de Australiërs toegezegd dat de Portugese mannen zullen worden bewapend en de vrouwen en kinderen geëvacueerd.

De geallieerden worden bijna dagelijks aangevallen door groepen van 50 tot 60 Timorezen.

9.4  November 1942.

Het Japanse leger, en met name de Japanse luchtmacht, kan nog steeds weinig inbrengen tegen de, op aanwijzing van de grondtroepen, Australische en Amerikaanse luchtaanvallen op Dilly, Koepang en andere Japanse doelen en bewegingen. De staf en afdeling de Jong verhuist van Ainaro weer naar Mape.

De Japanners intensiveren de tactiek van de verschroeide aarde en gebruiken nu een nieuwe militaire strategie: ze stuurde hun colonnes niet alleen over hoofdwegen, maar ook langs bergpaadjes, juist de plekken waar de guerrilla’s zich ophouden. Verder komen ze al schietend de kampongs binnen.

Spence vertrok naar Australië en op 11 november volgde de op 18 september bevorderde majoor Callinan hem op. Maar het 2/2 Ind Coy is aan het einde van hun Latijn. Besloten werd hen te evacueren inclusief ongeveer 150 Portugezen.

KNIL en Australische guerrilla Bron Damien Parer AWM

De Australische filmer Damien Parer maakt in de periode 13 tot 18 november 1942 op Timor opnames voor zijn bioscoopjournaalfilm The men of Timor. Het opgenomen materiaal zal later gebruikt worden in Australische en Nederlandse propagandafilms. Met Damien Parer reist ook luitenant Snell. Hij moet de vervanging van de KNIL-troepen in Timor voorbereiden. Captain Laidlaw krijgt opdracht om de evacuatie van het KNIL en vervolgens het 2/2 voor te bereiden. Murphy’s platoon neemt het Mindelo-gebied over en Thompson’s  platoon de Same-Ainaro regio. O‘ Connor blijft in de buurt van Dilly.

Naar aanleiding van het evacuatiebesluit vertrekt het KNIL naar de verzamelplaats Fatu-Cuac, ook de oostelijk gelegerde KNIL militairen. De controle van de noord-zuidweg Baucau, Viveque en Beaco en het daarom heen gelegen gebied ten oosten van Cribas wordt overgenomen door het 4 Independent Company.